Ver weg is dichtbij
Een middagje op de bank met mijn zoon van tien.
Voor ons liggen een tekenvel en kleurpotloden.
'Wat is het verste plekje bij je vandaan?' vraagt hij
gewichtig.
Ik moet raden.
'China?'
'Nee.'
'De Noordpool?'
'Nee.'
'De maan dan?'
Nee, ook niet.
Hij pakt een potlood en tekent de aardbol.
'Dit is de wereld,' zegt hij, 'en jij staat er bovenop. Je gaat
lopen en lopen en lopen.'
Hij tekent een boog naar de Zuidpool. En stopt.
'Dit is ver, maar niet het verste.'
Zijn potlood gaat terug naar het noorden.
'Weet je waar je dan terecht komt? Naast jezelf! Dus het verste
plekje van je vandaan is het plekje naast je.'
Trots is hij, apentrots.
En terecht, dat had ik nooit kunnen raden.
Het is bovendien zo'n bruikbare gedachte. Het geldt bijvoorbeeld
ook voor leren presenteren en profileren. Dat lijkt vaak een lange
weg, maar het is in wezen een zoektocht naar je eigen kracht. En
die ligt doorgaans binnen handbereik. Je moet hem alleen nog even
ontdekken en activeren.